Een parkeerplaats met meerdere laadstations: Spelsberg

Een parkeerplaats met meerdere laadstations

Alle aangesloten elektrische voertuigen (EV) laden met volledig laadvermogen tot de nominale stroom van de zekering in de onderverdeling is bereikt. Zodra er nog een voertuig wil laden, worden de laadstromen gelijkmatig verdeeld over alle voertuigen. Zo wordt een kritische overbelasting van de voedingsleiding voorkomen. Zodra bij een EV het einde van het laadproces wordt vastgesteld, wordt het beschikbare vermogen weer verdeeld over de overige voertuigen die nog aan het laden zijn. De laadstations communiceren met elkaar via de ethernetkabel of draadloos via wifi.

Configuratie van de parameters

Voor de inrichting van het dynamische belastingsbeheer (DLM) moeten alle laadstations zich in hetzelfde netwerk bevinden. Via een switch en de statische ethernetconfiguratie kunnen de Wallboxen ook een eigen netwerk vormen zonder externe toegang. Meer informatie over de netwerkintegratie vindt u hier. Voor de configuratie opent u de app en gaat u naar 'Systeem - Instellingen'. Open de 'Geavanceerde instellingen' en selecteer de 'Expertinstellingen'. Selecteer nu 'Dynamisch belastingsbeheer (DLM)'. Definieer precies één laadstation per laadcombinatie als DLM-coördinator, die de coördinatie met de DLM-laadpunten overneemt.

De volgende parameters moeten in de DLM-coördinator worden ingesteld, terwijl in de afzonderlijke laadpunten alleen de gemarkeerde parameters moeten worden ingesteld. Parameters zonder instellingsinstructies kunnen voor deze toepassing worden genegeerd.

Parameteroverzicht DLM

App-parameter

Instelling

DLM rol coördinator/laadpunt

Voor de coördinator DLM-coördinator selecteren

Voor de laadpunten wordt geadviseerd
DLM-laadpunt (auto-discovery) te selecteren

DLM-netwerk-ID

Willekeurig getal invoeren, bijvoorbeeld 1 (ID moet identiek zijn in coördinator en alle laadpunten)

Verbinding DLM-coördinator

 

IP-adres van de DLM-coördinator

 

Aantal herkende DLM-laadpunten

Informatie in de coördinator ter controle hoeveel laadpunten er verbonden zijn met de coördinator

Onderverdelingsstroombegrenzing belastingsbeheer L1/L2/L3 [A]

Deze waarde moet worden ingesteld en is afhankelijk van de nominale stroom van de zekering in de onderverdeling van de laadcombinatie.

Netaansluitingsstroombegrenzing L1/L2/L3 [A]

 

Maximaal verdeelbare laadstroom L1/L2/L3 [A]

Instelling van de beschikbare stroom voor de verdeling over de aangesloten elektrische voertuigen (≤ onderverdelingsstroombegrenzing belastingsbeheer)

onderste stroombegrenzing netaansluiting [A]

Minimale stroom waar het laadproces per laadstation niet onder mag komen (min. 6 A)

Stroombegrenzing bij uitval verbinding [A]

Stroombegrenzing voor ieder laadpunt als de verbinding naar de DLM-coördinator uitvalt.

Meterondersteuning voor externe belastingen

Gedeactiveerd

Externe meter

 

IP-adres van de externe Modbus-TCP-meter

 

Poort van de externe Modbus-TCP-meter

 

Terugzetten van de database DLM-laadpunt

Optioneel: Selecteer 'Verwijderen' in de DLM-coördinator, als er bijvoorbeeld een laadpunt de laadcombinatie heeft verlaten en de database moet worden teruggezet.

Vermijden van asymmetrische belasting

Activeren

Begrenzing asymmetrische belasting [A]

bijvoorbeeld 16 A

Veiligheidsmarge bij externe belasting L1/L2/L3 [A]

 

IT-stroomnet in het DLM

 

Offset-DLM bij ingang PV gebruiken

 

Offset bij ext ingang PV L1/L2/L3 [A]

 

Logisch gedrag van de ext ingang PV

 

Aansluitingstype externe meter

 

Zodra de parameters per NFC zijn overgedragen naar de Wallbox, start de Wallbox opnieuw op. Daarmee is het DLM volledig ingericht en actief.

 

Kies een taal S'il vous plaît sélectionner une langue:
Product toevoegen aan favorietenlijsten

Bestaande favorietenlijsten

Nieuwe favorietenlijst

Favorietenlijst organiseren